Group items tagged

Deelonderzoek van een groot WODC-onderzoek met betrekking tot huiselijk geweld. Onderhavig rapport geeft inzicht in achtergrondkenmerken en problematiek van daders van huiselijk geweld, geeft inzicht in het hulpzoekgedrag van daders en zo mogelijk in de achtergronden van het huiselijk geweld en geeft aan in hoeverre daders van huiselijk geweld opnieuw met justitie in aanraking komen. De geformuleerde doelstellingen zijn vervolgens uitgewerkt in vijf onderzoeksvragen: 1 Wat zijn de achtergrondkenmerken van daders van huiselijk geweld? 2 Wat voor problematiek (delictgeschiedenis, persoonlijke omstandigheden en persoonlijkheid) kenmerkt daders van huiselijk geweld? 3 Wat is het hulpzoekgedrag van daders van huiselijk geweld? 4 Wat kenmerkt incidenten van huiselijk geweld volgens de plegers ervan? 5 Wat is de recidive van daders van huiselijk geweld? 8294 KNAA

Dit boek vormt de tweede, herziene druk van het Praktijkboek Militaire Ethiek dat in 2004 was verschenen. Het begint met een hoofdstuk dat nieuw is en dat de fundamenten van de militaire ethiek bespreekt en ingegaan wordt op de rol van militaire ethiek in de Nederlandse krijgsmacht; tevens wordt een onderwijskundige visie voorgesteld. Een accent ligt daarbij op morele vorming en de ontwikkeling van morele competentie.Naast militaire ethiek voor de krijgsmacht die afzonderlijk zijn geschreven voor Landmacht, Luchtmacht, Marine en Marechaussee, wordt er bovendien ingegaan op de verschillen in de toepassing van ethiek voor onder meer vliegend en varend personeel. Daarnaast zijn er hoofdstukken opgenomen over ethische vraagstukken bij bepaalde dienstvakken, zoals de Militair Geneeskundige Dienst, de Militair Psychologische Dienst en het Bedrijfsmaatschappelijk Werk. Aan het slot van dit boek keren hoofdstukken terug die ook in de eerste druk stonden, en betrekking hebben op enkele onderwijskundige aspecten van morele oordeelsvorming. Het betreft: een hoofdstuk over het Socratische gesprek, twee hoofdstukken over oordeelvorming met een dynamisch model en een hoofdstuk met oefendilemma's.Achterin dit boek is een overzicht gegeven van plichtethiek gevolg ethiek en deugd ethiek en vindt u de huidige gedragscode van Defensie (2007). Ter vergelijking vindt u ook de gedragscodes uit de daaraan voorafgaande periode, alsmede enkele interessante buitenlandse gedragscodes. 9061 PRAK Hoofdstukken: Militaire ethiek. Een algemene inleiding - Th.A. van Baarda en D.E.M. Verweij Leiderschap in de praktijk - C.P.M. van Egmond Ethiek, commandantenverantwoordelijkheid en enkele dilemma's bij militaire operaties - Th.A. van Baarda Ethiek bij het Commando Zeestrijdkrachten - Th.A. van Baarda Ethiek bij het Commando Landstrijdkrachten: vorming tot moreel competente militairen van 'spijkerbroek' tot veteraan - C.E. van den Berg en D.E.M. Verweij Ethiek en dilemma's bij het Commando

Bestemd voor criminologen, jeugdstrafrechtdeskundigen, de jeugdhulpverlening en de jeugdpsychiatrie en bevat de bijdragen van experts uit verschillende bij het jeugdstrafrecht betrokken sectoren, van wie sommigen spraken op het symposium dat op 8 mei 2009 gehouden werd ter gelegenheid van de oratie van prof. Theo Doreleijers, hoogleraar forensische psychiatrie aan de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. De oratie is in de bundel opgenomen in een bewerkte versie van de hand van de orator in samenwerking met prof. Jan Watse Fokkens, procureur-generaal bij de Hoge Raad.  De uitvoeringspraktijk alsmede de leeftijdsgrenzen van het jeugdstrafrecht staan ter discussie. Waar een politieke stroming vraagt om verharding van de strafrechtelijke reacties waarmee jongeren die strafbare feiten plegen zouden moeten worden aangepakt, zijn er talloze argumenten van rechts- en gedragswetenschappelijke aard die wijzen in een alternatieve richting. Op basis van neurowetenschappelijke onderzoeksbevindingen zijn er zelfs redenen te formuleren om de leeftijdsgrenzen te verschuiven van 12-18 jaar naar bijvoorbeeld 15-23 jaar.  2460 STRA 

Onderzoeksopdracht van de Nationale DenkTank waarbij met behulp van interviews met experts, doelgroepenquêtes, gesprekken met burgers en een literatuurstudie gezocht is naar oorzaken en oplossingen voor vertrouwensproblematiek. Het begint met een algemene inleiding in het thema vertrouwen. Vervolgens worden vijf afzonderlijke casussen behandeld, waarin concrete oplossingen volgen op de analyse van de vertrouwensproblematiek voor elk van die casussen. Deze casussen zijn vertrouwen in wetenschappelijk gefundeerd beleid, pensioenen, de politie en de rechtspraak. De vijfde casus keert het perspectief om. Hier gaat het om het vertrouwen dat publieke organisaties stellen in burgers. In het deel "Vertrouwen in de politie" wordt gekeken naar de veranderingen in de samenleving, zoals informalisering en informatisering, en in hoeverre de politie last heeft van een gezagsprobleem. Mediaberichtgeving en de snelle verspreiding van informatie via internet en sociale media beïnvloeden de perceptie van het gezag van de politie. Ook interne problemen, zoals het ontbreken van eenduidige in- en externe communicatie en het gebrek aan kennisdeling door de versnippering van de organisatie, maken het moeilijk voor de politie om een gezagsrol uit te voeren. Er is niet een allesomvattende oplossing voor het gezagsvraagstuk van de politie. Om de politie meer gezag te geven, moeten de samenleving en de politie meer en beter samenwerken. 8165 NATI

Een onderzoek naar de invloed van kleur en licht op de stationsbeleving van reizigers van de NS. Uit onderzoek onder reizigers van NS is gebleken dat de stationsruimtes als koud en kil worden ervaren en het totale station niet goed wordt gewaardeerd (Senta, 2005). Aangezien NS rekening moet houden met concurrentie van de auto en van (inter)nationale aanbieders van treinreizen in de toekomst, is het voor NS van belang te weten hoe de serviceomgeving het beste ingericht kan worden. Dit onderzoek is gericht op deze serviceomgeving waarbij het specifiek ingaat op de invloed van kleur en licht op de stationsbeleving. 9510 PETE http://192.87.209.9/pdf/79107.pdf

Onderzoek naar de implementatie van informatie gestuurde politie in regiokorps Haaglanden. De volgende vragen worden behandeld: 1. Wat moet onder sturing worden verstaan en welke rol speelt informatie hierbij?; 2. Wat moet onder de politiefunctie en het gebiedsgebonden politiewerk begrepen worden en wat zijn belangrijke sturingsvisies op deze vorm van uitvoerende politiewerk?; 3. Wat houdt IGO als concept van informatiesturing in en welke elementen van informatieverzameling en -verwerking zijn daarin terug te vinden?; 4. Hoe verloopt IGO als concept van informatiesturing binnen de politiepraktijk en welke voor- en nadelen worden geconstateerd?; 5. Welke lessen vloeien voort uit de werking van IGO als concept van informatiesturing als een mogelijkheid voor verbetering van de sturing aan het gebiedsgebonden politiewerk in Haaglanden? 1030 WULP

In dit boek worden de belangrijkste aspecten van het vluchtelingenrecht aan de orde gesteld. naast een beschrijving van de asielprocedure en het inhoudelijke asielrecht wordt kort ingegaan op de rechtspositie van degenen, die in een asielprocedure verwikkeld zijn of zijn geweest. In deze publicatie worden de hoofdlijnen en de praktijk van het vluchtelingenrecht beschreven. Aan de orde komen het vluchtelingenschap, eerder verblijf in derde landen, vormen van toelating en vergunningen tot verblijf, de procedure, alleenstaande minderjarige asielzoekers, opvang van asielzoekers, maatregelen van toezicht en uitzetting en de rechtspositie van de verschillende categoriën toegelaten vluchtelingen. 6226 ELDE

Deze rapportage markeert het tienjarig bestaan van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel als onafhankelijk monitoring mechanisme van de Nederlandse inspanningen ter bestrijding van mensenhandel. Zij markeert tevens tien jaar van aanbevelingen, 200 in totaal. Veel van deze aanbevelingen zijn opgevolgd, sommige hebben aan belang ingeboet, een aantal wordt met enige regelmaat herhaald. Aan de hand van de aanbevelingen wordt de ontwikkeling van de aanpak van mensenhandel in Nederland over de afgelopen tien jaren geschetst. 5510 BNRM

Gaat over de Antilliaans-Nederlandse jongeren in Nederland. Het Rijk en 22 gemeenten werken samen om de oververtegenwoordiging van Antilliaans-Nederlandse jongeren bij vroegtijdig schoolverlaten,werkloosheid en criminaliteit terug te dringen. Om de situatie goed in beeld te krijgen is voor iedere gemeente een eerste monitor gemaakt. In deze monitor staan de cijfers over schooluitval, de werkloosheid en de criminaliteit onder Antilliaans-Nederlandse jongeren. Met deze monitor, die jaarlijks zal worden uitgevoerd, beschikt iedere gemeente van het samenwerkingsverband over actuele en gelijksoortige cijfers. Naast inzicht in de aard en omvang van de problematiek streeft het samenwerkingsverband naar een scherper beeld van de effecten van het beleid. De jaarlijkse monitor heeft daarin een belangrijke functie, net als het systematisch in beeld brengen van wat werkt en wat niet werkt in de aanpak van de problemen. 8070 BOOM

In het verleden zijn er diverse aspecten van de prostitutiebranche in Amsterdam onderzocht, maar een totaaloverzicht ontbrak tot op heden. In dit onderzoek wordt antwoord gegeven op de vraag hoeveel prostituees er in Amsterdam werken en wat hun kenmerken, achtergronden en zorgbehoeften zijn en in hoeverre er sprake is van mobiliteit binnen en tussen de diverse sectoren. Naast de vergunde prostitutiesectoren, zoals de raamprostitutie, escort en clubs komen ook onvergunde vormen aan de orde, waaronder de straat- en thuisprostitutie. Er zijn voor dit onderzoek onder meer respondenten geïnterviewd, databestanden van diverse organisaties geraadpleegd en er heeft een uitvoerige internetstudie plaatsgevonden. Twee specifieke onderwerpen worden er uitgelicht. De eerste betreft de vraag naar de effecten van het sluiten van raambordelen: wat gaan de prostituees doen in geval van sluiting van hun raam? Dit onderzoek maakt duidelijk dat de vrouwen in de prostitutie werkzaam blijven en dat hun werkomstandigheden erop achteruit zijn gegaan. Mensenhandel speelt een belangrijke rol in de prostitutie en vormt het andere specifieke onderwerp. Mensenhandel komt nog steeds voor. Met name de jonge vrouwen uit Oost-Europa die in de raamprostitutie werken, behoren tot de slachtoffergroep. Het beroep van prostituee is weliswaar gelegaliseerd, maar nog steeds kwetsbaar. 

Behalve aan partnergeweld wordt aandacht besteed aan de gevolgen van huiselijk geweld voor kinderen, aan gezinsdodingen en aan eergerelateerd geweld. Ook de bestrijding van huiselijk geweld komt aan de orde in artikelen over de strafrechtelijke aanpak en over de ervaringen met de Wet tijdelijk huisverbod, die nu een jaar van kracht is. 8294 HUIS

Naast theoretische studie, spreken diverse mensen met verschillende achtergronden en verschillende beroepen zich uit over hun ervaringen met en hun denkbeelden over de aanwezigheid van een cultuur van angst op Curaçao. Het resultaat van de gesprekken leveren een beeld op van een eiland vol tegenstellingen, van kracht en kwetsbaarheid, humor en somberheid en hoop en wanhoop. 5840 SCHN

Behandeld de WOR : wet op de ondernemingsraden. 1225 ALBE Inhoudsopgave Wet op de ondernemingsraden 1. Algemene bepalingen 2. De instelling van ondernemingsraden 3. Samenstelling en werkwijze van de ondernemingsraden 4. Het overleg met de ondernemingsraad 4a. Bijzondere bevoegdheden van de ondernemingsraad 4b. Het verstrekken van gegevens aan de ondernemingsraad 4c. Verdere bevoegdheden van de ondernemingsraad 5. De centrale ondernemingsraden en de groepsondernemingsraden 5a. De medezeggenschap in kleine ondernemingen 6. De algemene geschillenregeling 7. De bedrijfscommissies 7a. Heffingen ter bevordering van de scholing en vorming van ondernemingsraden 7b. Bijzondere bepalingen voor ondernemingsraden bij overheid 8. Overgangsbepalingen en slotbepalingen

Het geschiedenisverhaal van het sociaal werk in Nederland begint bij de vroege christenen die in kloosters aan de wieg stonden van de armenzorg. Humanitaire pioniers startten later met volkshuizen, reclassering, maatschappelijke opvang, wijkverpleging, kinderbescherming, zorg voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, vrouwenhulpverlening en creatieve therapie. In de loop van deze geschiedenis zijn humaniteit, solidariteit en sociale rechtvaardigheid essentiële waarden geworden. Vanzelfsprekende waarden, maar altijd weer kwetsbaar. Historisch besef is voor nieuwe generaties sociaal werkers onontbeerlijk en inspirerend om te kunnen putten uit de bronnen van de door vorige generaties opgebouwde professionele handelings- en interpretatiekaders.

Dit werkboek legt een relatie tussen theorieën en onderzoeken op het gebied van jeugdcultuur en de dagelijkse praktijk van deze professionals. Dit gebeurt aan de hand van voorbeelden, praktijksituaties en opdrachten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van en verwezen naar relevante internetinformatie. De auteurs laten zien hoe kennis van de jeugdcultuur het praktische handelen van professionals beïnvloedt. 5100 MALS

Behandeld per fase van het strafproces het aspect "Slachtoffer-daderbemiddeling" waarbij inzicht wordt geboden in de mogelijkheden en knelpunten voor bemiddeling in strafzaken. Daarbij wordt de mogelijkheid van bemiddeling als buitengerechtelijke afdoeningsmodaliteit door de politie of het Openbaar Ministerie behandeld, alsmede bemiddeling in aanvulling op de rechterlijke strafbeslissing en als bijzondere voorwaarde in de fase van de tenuitvoerlegging van de straf. 5840 LOCH

e tendens waarneembaar dat het politie- en justitiedomein meer aandacht krijgt voor 'evidence based' beleid. Programma's en beleidsmaatregelen moeten eerst 'bewezen werkzaam' zijn vooraleer ze verdere financiering kennen en de aandacht voor evaluatie groeit. Enerzijds speelt de rationalisering van de schaarse middelen daarin een grote rol en anderzijds het leggen van prioriteiten in allerhande politiële en justitiële beleidsplannen. Dit Cahier geeft een inzicht in wat 'evidence based policing' juist inhoudt, en wat de uitdagingen, de voordelen, de kritieken en de valkuilen zijn. De voorwaarden waaraan experimenteel criminologisch onderzoek moet voldoen worden geschetst. In tweede instantie wordt, o.m. aan de hand van cases, ingegaan op het nut van 'evidence' voor praktijk en beleid en wordt kennis aangereikt over het vinden van een praktische 'vertaling' naar het werkveld. Dit Cahier bundelt zowel bijdragen uit beleid en praktijk als uit het academische milieu. De auteurs zijn afkomstig uit drie landen waarin de mate van implementatie van evidence based policing verschilt. Dit geeft de nodige schakeringen in het 'evidence based' debat. 6241 EVID

Bevat een beschrijving van zowel het INK-managementmodel (in het verlengde van het Europese model) als de Balanced Scorecard van Kaplan en Norton en deze door een aantal praktische toepassingen inzichtelijk maakt. Het stelt organisaties, medewerkers en leiders in staat zich te oriënteren op en kennis te maken met twee invoeringsprogramma's om daardoor 'klasse' te krijgen. Onderstaande onderwerpen komen aan de orde: - Ontwikkelen van visie, succesbepalende factoren, prestatie-indicatoren / maatstaven en managersdoelstellingen. - Procesmanagement en transparant maken van bevoegdheden en verantwoordelijkheden. - Ontwikkelen van een verbeterplan, omgaan met weerstand en samenwerken in verbeterteams. Met praktijkvoorbeelden. 1050 AHAU management ; organisaties ; managementtheorieën ; maatschappij ; besluitvorming ; arbeidsmotivatie ; human resource management ; loopbaan ; empowerment ; teams ; tactisch management ; organisatiecultuur ; linking-pin organisatie ; situationeel leiderschap ; operationeel management ; six sigma programma ; management van processen ; strategisch management ; lerende organisatie ; managers ; organisatieverandering ; organisatiestructuur ; taakroulering ; motivatie ; planning ; informatiemanagement ; administratieve organisatie ; INK-managementmodel ; leiderschap 

Beschrijft de sociale ontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 jaar. Voor deze groep kinderen is de sociale ontwikkeling minstens zo belangrijk als de cognitieve ontwikkeling. Als de sociale ontwikkeling namelijk niet van de grond komt, blijft veel van wat kinderen op school leren onbenut en dat belemmert het latere functioneren in de samenleving.  Geschreven voor diegenen die (gaan) werken met schoolgaande kinderen: leerkrachten, intern begeleiders, remedial teachers, schoolpsychologen, professionals werkzaam in de jeugdzorg, Pabo-studenten, studenten pedagogiek en psychologie en studenten Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Bovendien geschikt voor ouders die geïnteresseerd zijn in de sociale ontwikkeling van hun schoolgaande kinderen. 9350 PLOE

Biedt inzicht in de betekenis van een veelheid van onbewust gedrag en de betekenis van gezichtsuitdrukkingen, mondbewegingen en oogbewegingen bijvoorbeeld om effectiever te verkopen, onderhandelen, ondervragen, managen, werven en voor wie communicatie essentieel is bij het uitvoeren van zijn werk. Centraal in het boek staat een indeling in drie non-verbale communicatiestijlen die zeer herkenbare en plausibele verklaringen geven voor (onbewust) gedrag dat iedereen in alledaagse communicatiesituaties waarneemt. Inclusief een uiteenzetting over de theoretische achtergrond met beschrijvingen van non-verbaal gedrag van bekende mensen. Biedt oefeningen op basis van foto's en een zelftest om de eigen communicatiestijl te herkennen. 8700 HOMM