Group items tagged

Marathonlopers die het meeste gewicht verliezen tijdens een wedstrijd, finishen sneller. Zelfs als het gewichtsverlies het aantal aanbevolen grammen voor de beste renprestatie overschrijdt, aldus een nieuwe studie van de University of Cape Town South Africa. Onderzoeker Timoth Noakes bestudeerde 884 marathonlopers tijdens de Mont Saint-Michel Marathon 2009 in Frankrijk. De deelnemers werden voor én na de wedstrijd gewogen. De lopers kregen allemaal dezelfde richtlijnen mee: probeer tijdens de marathon elke 20 minuten ongeveer 250 ml te drinken. Dit kan water zijn of een koolhydraatrijk drankje. Gemiddeld verloren de renners tijdens de marathon 2,3 procent van hun totale lichaamsgewicht. Sportexperts waarschuwen vaak dat een gewichtsverlies boven de 2 procent de sportprestaties kan aantasten. Maar toen Noakes het gewichtsverlies en de eindtijd vergeleek, ontdekte hij dat degenen met het meeste gewichtsverlies het snelste waren. Veel vochtinname wordt vaak geassocieerd met betere sportprestaties, maar in de afgelopen jaren zijn er tijdens Amerikaanse mararthons lopers gestorven, doordat zij juist te veel water hadden gedronken. Dit kan leiden tot een abnormaal laag-natriumniveau in het bloed. Meer gewichtsverlies bereik je door minder vocht in te nemen of door sneller vocht te verliezen. Noakes adviseert lange afstandlopers om te drinken wanneer zij dorst hebben. Dit zal per persoon verschillen. De onderzoeksresultaten verschenen in het British Journal of Sports Medicine. Bron: WebMD - 24-12-2010 http://www.webmd.com/fitness-exercise/news/20101220/weight-loss-during-marathon-improves-running-time Het originele artikel vind je hier: http://press.psprings.co.uk/bjsm/december/bjsm74641.pdf

Summary (van de website): Een meerderheid van een groep van vijftig onderzochte deelnemers aan de marathon van Eindhoven dronk veel te weinig. Van een op de vijf lopers bleek na het finishen de zoutbalans verstoord. Het oplopen van de kerntemperatuur voel echter mee. Dat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek dat Thijs Eijsvogels heeft uitgevoerd.